In de praktijk zijn er twee soorten goederen die u kunt kopen, namelijk verbruiksgoederen en investeringsgoederen. Verbruiksgoederen zijn goederen die u binnen het jaar verbruikt, zoals de mayonaise voor in uw frituur of het briefpapier voor uw correspondentie. Investeringsgoederen zet u daarentegen langdurig in de onderneming in. Het gaat dan bijvoorbeeld om het meubilair of om uw frietmobiel. Kenmerkend aan dergelijke investeringsgoederen is dat u ze jaarlijks dient af te schrijven.
De juiste afschrijvingstermijn
Afschrijven wil zeggen dat u het bedrag van de investering niet meteen volledig van uw belastbare winst aftrekt, maar elk jaar maar een stukje van de investering aftrekt. In principe gaat het om de periode waarin u de investering in uw onderneming zult gebruiken. Omdat dit vaak niet vooraf bekend is, kunt u volgende stelregels hanteren:
- Klein materiaal (bv. smartphone) en computers: 3 jaar
- Rollend materiaal (bv. wagens): 5 jaar
- Meubilair en machines: 10 jaar
- Industriële gebouwen: 20 jaar
- Kantoren en gebouwen: 33 jaar
U kunt steeds gemotiveerd afwijken van deze afschrijvingstermijnen. De fiscus moet daar niet zomaar mee akkoord gaan. Zo oordeelt de fiscus wel vaker dat een afschrijvingstermijn van 5 jaar niet volstaat voor een dure chique sportwagen.
Hoe afschrijven?
In de eerste plaats bent u sinds 2020 verplicht om lineair af te schrijven, behalve wanneer het gaat om investeringen die voor 1 januari 2020 werden uitgevoerd. Lineair afschrijven wil zeggen dat u elk jaar een even grote afschrijving in aanmerking moet nemen.
Wel moeten alle vennootschappen, ook kmo’s, pro rata temporis afschrijven. Dat wil zeggen dat de investering op dagelijkse basis moet worden afgeschreven. Wanneer u in het midden van een boekjaar investeerde in rollend materieel, zult u in dat jaar dus ook maar 10% (in plaats van 20%) kunnen afschrijven. Dat geldt natuurlijk ook voor het laatste boekjaar.
Ten slotte kunt u zelf kiezen of u de bijkomende aankoopkosten mee afschrijft of meteen in rekening brengt van de inkomsten. U kunt dus zelf nagaan wat voor u fiscaal het interessantst is. Indien u er echter voor kiest om de aankoopkosten mee af te schrijven, moet u wel hetzelfde afschrijvingsritme volgen als bij de investering.
Wat met de btw-aangifte?
De betaalde btw hoeft u niet af te schrijven maar kunt u meteen in uw btw-aangifte opnemen. Wat de aangifte betreft, moet u wel een onderscheid maken met de andere btw-roosters die u gebruikt voor diensten en diverse goederen, handelsgoederen, grond- en hulpstoffen en bijhorende aankoopkosten. In de praktijk zult u er vooral op moeten letten dat u het bedrag van de investering inschrijft in het rooster 83. Indien het gaat om niet-aftrekbare btw, schrijft u dit ook in rooster 83 in. In kader V vult u vervolgens de aftrekbare belasting in.
Goed boekhoudprogramma is onontbeerlijk
Investeringen moet u op een bijzondere manier verwerken in uw boekhouding. U mag ze niet zomaar meteen ten laste van de belastbare winst nemen, u moet de juiste afschrijvingstermijn kiezen, de juiste afschrijfmethode en bovendien zijn er ook consequenties voor de btw-aangifte. Een goed boekhoudprogramma zorgt ervoor dat uw investeringen automatisch correct worden verwerkt in uw boekhouding. Wij helpen u graag een goed boekhoudprogramma kiezen. Maak vandaag nog de vergelijking en zoek het boekhoudprogramma dat bij u past.
